JewishCom.be

Home / Gemeenschappen / De Portugees-Israëlitische gemeenschap van Antwerpen

De Sefardische gemeenschap van Antwerpen bestaat voornamelijk uit joden die uit Portugal of Turkije afkomstig zijn. Sinds 1896 hebben zij een eigen synagoge in de metropool.
De Sefardiem onderscheiden zich door hun tradities en ritus van de Asjkenazische gemeenschap. De groep telt enkele honderden leden als ze in 1904 een verzoek indient tot officiële erkenning. Na een aanvankelijke weigering wordt de erkenning in 1910 verleend via het K.B. van 7 februari. In 1911 schenken de families Galimidi, Montias, Mizrahi, Salti en Benhaim een terrein aan de Hoveniersstraat, bij het Centraal Station, aan de gemeenschap voor de bouw van een nieuwe synagoge.
De wedstrijd voor het ontwerp van de synagoge wordt gewonnen door de jonge joodse architect Joseph De Lange. Hij geeft het gebouw een eigentijds uiterlijk, hoewel met een duidelijk neoromaanse inslag. De voorgevel en het portiek van de synagoge zijn eenvoudig en sober. Binnen bestaat het gebouw uit één enkel schip, een apsis en een portaal onder de vrouwengalerij. De zijmuren zijn voorzien van paarsgewijs geplaatste zuiltjes. Het licht dat door de vensters in het dak binnenvalt, draagt bij aan de kalme, serene atmosfeer die alle bezoekers treft.
De synagoge wordt op 8 mei 1913 ingehuldigd. De gemeenschap kan dan eindelijk afscheid nemen van het Ottomaans Centrum, waar de leden tot dan toe bijeenkwamen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt de synagoge geplunderd en beschadigd. Toch weet een van de Turkse leden van de gemeenschap, dankzij het bondgenootschap van Turkije met Duitsland, de Torarollen te bewaren.
In 1946 begint de restauratie van de synagoge. Er breekt dan een tijd van rust aan die in 1981 wreed wordt verstoord : bij een terreuraanslag op de diamantwijk van Antwerpen, in de Hoveniersstraat, vallen drie doden en meerdere gewonden en raakt de synagoge opnieuw beschadigd.
Dankzij de mobilisatie van de joodse gemeenschap kan het gebouw echter al snel worden gerestaureerd. De kunstenaar Edward Leibovitz vervangt de ramen van de synagoge, die bij de aanslag waren verwoest.
Onlangs zijn verfraaiingswerken aan het gebouw uitgevoerd dankzij de gulheid van de familie Taché. Uit dank voor deze gaven, draagt de synagoge voortaan de naam Bet Mosje («het Huis van Mozes»), een verwijzing naar een vooraanstaand lid van de familie Taché.
De gemeenschap weet zich momenteel weer gesteund door een dynamische groep gelovigen.
Naast de viering van de sjabbat (vrijdagavond en zaterdag) en de joodse feestdagen vinden dagelijks religieuze vieringen plaats en worden er regelmatig cursussen gegeven. De ritus is nog altijd Sefardisch, maar het Portugese element is minder belangrijk geworden.