JewishCom.be

Home / Werking en rol van het Consistorie

Les membres de l’Assemblée Consistoriale présents à l’A.C. du 20 juin 2007

Les membres de l’Assemblée Consistoriale présents à l’A.C. du 20 juin 2007

De erkenning van de Israëlitische godsdienst in ons land heeft als juridische basis het decreet van 17 maart 1808. Deze officiële erkenning door de Belgische Staat vond plaats in 1832, via het K.B. van 21 mei van dat jaar.

In toepassing van de wet van 4 maart 1870 inzake de «temporaliën van de erediensten», die de rechten en plichten van de erkende erediensten regelt, erkent het Koninklijk Besluit van 23 februari 1871 het bestaan van de bestuursraden van vijf «synagogen» (gemeenschappen), te weten die in Brussel, Antwerpen, Gent, Luik en Aarlen. Deze vijf gemeenschappen stonden onder het overkoepelend bestuur van het Centraal Israëlitisch Consistorie voor België.

Een Koninklijk Besluit van 7 februari 1876 bepaalt hoe de bestuursraden van deze «synagogen» worden samengesteld en hoe hun leden, bij geheime stemming, worden verkozen. Elke gemeenschap vaardigt ook een of meerdere leden als vertegenwoordiger af naar het Consistorie. Deze afgevaardigden vormen de Consistoriale Vergadering, die meerdere malen per jaar bijeenkomt.

Op dit moment zijn er 17 erkende Israëlitische  gemeenschappen : 1 in Aarlen, 3 in Antwerpen, 7 in Brussel, 1 in Charleroi, 1 in Gent, 1 in Knokke, 1 in Luik, 1 in Oostende en 1 in Waterloo.

De rol van de Consistoriale Vergadering is te vergelijken met die van een Algemene Vergadering van een vzw. De beslissingen over lopende zaken worden genomen door het Bureau. Parallel aan dit orgaan is er het Secretariaat, dat instaat voor de dagelijkse werking van het Consistorie.

Het Consistorie had in eerste instantie als taak de wereldlijke belangen van de Israëlitische eredienst bij de burgerlijke overheden te verdedigen en voor de Staat als wettelijk aanspreekpersoon te fungeren inzake de erkenning van de joodse gemeenschappen en de benoeming van de geestelijke leiders. Maar dat takenpakket is inmiddels sterk uitgebreid, vooral

sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog. Naast de eredienst kwam voortaan de culturele dimensie van het jodendom aan bod, terwijl ook het onderwijs en de media een belangrijke rol gingen spelen.

In dit polyvalente kader draagt het Consistorie bij tot :

  • het onderwijs van de joodse godsdienst in basis- en secundair onderwijs, en via de steun aan de twee universitaire instellingen voor de studie van het jodendom ;
  • het behoud van het joodse culturele erfgoed, via de oprichting van het Joods Museum van België en het Institut de la Mémoire Audiovisuelle juive ;
  • het onderzoek naar de geschiedenis van het Belgische jodendom, via de Stichting voor Eigentijdse Gedachtenis die op initiatief van het Consistorie is ontstaan ;
  • de herdenking van de Sjoa, via de stichting van het Joods Museum van Deportatie en Verzet te Mechelen en via de betrokkenheid van het Consistorie bij jaarlijkse plechtigheden, zoals in Boortmeerbeek, waarbij de aanval op het 20ste transport van weggevoerden op 19 april 1943 wordt herdacht ;
  • de verspreiding van de joodse cultuur, via uitzendingen over het jodendom op radio en televisie en via de publicatie van het driemaandelijkse tweetalige tijdschrift «Nouvelles Consistoriales – Consistoriaal Nieuwsblad» ;
  • de interreligieuze dialoog op het hoogste niveau, via de betrokkenheid van het Consistorie bij het Overlegorgaan van Christenen en Joden in België, het O.C.J.B. ;
  • de behartiging van de rol van de vrouw in ons land en de vraagstukken rond vrouwendiscriminatie, via de Liga van Joodse Vrouwen van België, die actief lid is van de Nederlandstalige en de Franstalige Vrouwenraad van België ;
  • De organisatie van de dagen van het Joods Cultureel Erfgoed, in het kader van de «Europese dag van het Joods Cultureel Erfgoed» die jaarlijks in de maand september wordt gehouden. Naast de Consistoriale Vergadering, het Bureau en het Secretariaat bestaat de infrastructuur van het Consistorie uit een aantal commissies rond de diverse aspecten van het consistoriale en gemeenschapsleven, t.w. : de Academische Raad, de Archiefcommissie, de Verzoeningscommissie, de Audiovisuele Commissie, de Commissie voor de Vrouw, de Commissie van Financiën, de Rabbijnse Aggregatiecommissie, de Nederlandstalige en Franstalige Pedagogische Commissies en de Commissie voor Pluralistische Betrekkingen.

Daarnaast dienen de sociaal-culturele synergieën worden beklemtoond met andere joodse en nietjoodse instellingen van het land, met als rode draad de verdediging van de democratie en haar intrinsieke waarden.