JewishCom.be

Home / Eerste pagina / Toespraak door Prof. J. Klener, voorzitter van het Centraal Israëlitisch Consistorie van België, ter gelegenheid van de viering van het 100 jarig bestaan van de Beth Moshè Synagoge van de Sefardische Joodse Gemeenschap van Portugese Ritus te Antwerpen op 9 juni 2013

Dames en Heren in uw hoedanigheden en verantwoordelijkheden,

Antwerpen heeft vele symbolen : merktekens in de stad, architectonische hoogstandjes, historische littekens, zoölogische magneten voor toeristen, unieke delen dus voor een uniek samenhangend geheel, diep gekoesterd en veel bezongen. Antwerpen was reeds in oude, maar niet-vervlogen, eeuwen, eveneens een toevluchtsoord voor wie zich in eigen land bedreigd voelde of daadwerkelijk bedreigd werd. Joden hebben in de loop der geschiedenis te dikwijls tot die groep behoord, want hoe schokkend is het niet te beseffen hoeveel culturen, in tijd en ruimte, systematisch verraad pleegden aan hun eigen ethische of religieuze ideeën en “schone principiën” zodra het om de behandeling van de joden ging. Een werkelijkheid, die ook verpakt en gebundeld zit in het 100-jarige verhaal van het plaatselijke Sefardische jodendom.

Op een lichtvol eeuwfeest zijn lamentaties, jeremiades en ander klaaggeschrei totaal not done, toch wil ik in deze Mark Twain aanhalen : “Man is the only animal that blushes, or needs to ” de mens is het enige dier dat bloost of moet blozen, want inderdaad is deze Sefardische eeuweling een metafoor voor leven en niet mogen leven, voor strompelen en energiek weer opstaan, voor wanhoop en blijde somewhere-over-the- rainbow-verwachting, met als trieste, didactische achtergrond de wetenschap dat zelfs voor een wilskrachtig verhaal, het begrip definitieve overwinning door het goede niet bestaat, dat de democratie en haar fundamentele rechten ons, niet eens en voor altijd gegeven zijn, maar dat de cruciale eerbied voor de democratie inhoudt, waakzaam, alert te blijven wanneer het erop aankomt haar diepmenselijke en altruïstische kernwaarden te beveiligen.

Natuurlijk valt het, voor Europees-joodse mensen, in de grond allen overlevenden, moeilijk om een nuchtere kijk te houden op de realiteit waarin wij ook thans leven, vooral wanneer men, en dat zonder pessimistisch-morbiede Endzeit-visie, zonder te doodse verkilling van de dagdagelijkse werkelijkheid, wanneer men zich dus realiseert, dat de opnieuw springlevende demonen van de vorige eeuw ons blijven achtervolgen en men leest, hoort en voelt hoe het zondebok-antijudaïsme in een door socio-economische spanningen en recessies geplaagd Europa, zijn metamorfoserende monsterkop weer opsteekt en Gouden Dageraden, Jobbiks en extremismen allerhande wortel schieten. Ons oude vasteland schijnt bijgevolg een moreel stuk na-oorlogsgeheugen opnieuw te zijn kwijtgeraakt.

Maar deze Sefardische muren, wanden en glasramen ooit gewelddadig, door man en aanslag, versplinterd en baldadig gestigmatiseerd, vertellen bovenal over die vaste waarde in het joods-ideële erfgoed, te weten die nooit aflatende hoop die millennia-lang joodse generaties stuwde over de afgronden en over de Helaasheid der Dingen (Dimitri Verhulst) heen, naar dromen over beter en mooier en zo zelfs uit de diepten van een zwartgallige steengroeve positieve bouwstenen optakelden, of zoals de vooroorlogse Joods-Duits filosoof Walter Benjamin wellicht tot zijn jammerlijk einde in 1940 meende : “Tot de onbevangenheid waarmee de joodse mens de werkelijkheid om hem heen ervaart, hoort bovenal zijn zin voor het positieve geloof in morgen” !

Dames en Heren, in naam van het Centraal Israëlitisch Consistorie van België aan deze gemeente en haar leden een behouden, gezegende en vooral luciede vaart gewenst in komende tijden.