JewishCom.be

Home / Niewsberichten / Eerste pagina / Eenentwintigste herdenking Transport XX - Boortmeerbeek, plechtigheid op 27 april 2014 - Toespraak van Michel Laub, namens de joodse gemeenschap

Thema : “Kinderen in  oorlogstijd”

Beste vrienden,

De geschiedenis vertelt ons de verschillende stappen die door nazi-Duitsland werden ondernomen die de Tweede Wereldoorlog aan het rollen hebben gebracht.

In maart 1938 : de beruchte Anschluss van Oostenrijk, in september van hetzelfde jaar : de annexatie van de Sudeten en in maart 1939 deze van de helft van Tsjechoslowakije. 1 september 1939 wordt dan beschouwd als het begin van W.O. II, met de invasie van Polen.

Maar sedert 30 januari 1933, met de benoeming van Adolf Hitler tot kanselier van Duitsland, was een andere oorlog bezig : deze van de nazi’s tegen het kind om ideologische redenen en, soms ook tijdens de oorlog, als vergelding n.a.v. reële of denkbeeldige partizanen-akties.

Welke categorieën kinderen zijn van deze ziekelijke ideologie het slachtoffer geworden ? Eerst de eigen Duitse gehandicapte kinderen, zowel fysisch als mentaal. En dan kinderen om raciale redenen : joodse kinderen en zigeunerkinderen.

De wereldberoemde Franse neuropsychiater Boris Cyrulnik getuigt in zijn werk  “Red je, het leven roept je” :

“Ik ben tweemaal geboren. Bij mijn eerste geboorte, was ik er niet.

Mijn lichaam is tot leven gekomen op 26 juli 1937 in Bordeaux. Dit heeft men mij verteld. Ik ben wel verplicht om het te geloven, want daar heb ik niet de minste herinnering aan.

Mijn tweede geboorte, zij ligt wel volledig in mijn geheugen. Tijdens een zekere nacht, werd ik door gewapende mannen aangehouden, die mijn bed omsingelden.

Zij kwamen mij halen om mij te doden. Mijn verhaal is tijdens deze beruchte nacht geboren.”

De juiste datum van deze beruchte nacht was 10 januari 1944.

Hij vertelt verder :

“Mevrouw Farges is dan tussengekomen en zei : indien u hem laat leven, dan gaan wij hem niet vertellen dat hij een jood is .

Ik wist totaal niet wat jood zijn betekende, maar ik vernam net dat het volstond dit te verzwijgen om de toelating te krijgen om te leven”.

Dames en Heren, de volkenmoord, die door de nazi’s gepleegd is op het joodse volk tijdens W.O. II, de “Sjoa”, heeft zes miljoen joodse mensenlevens gekost. Ze werden doodgewoon afgeslacht omdat ze de misdaad hadden gepleegd in een joodse familie geboren te zijn. En op die zes miljoen waren er ongeveer anderhalf miljoen kinderen.

Zes miljoen mensen … Dames en Heren, dit aantal is bijna precies hetzelfde als dat van de hele Vlaamse bevolking van ons land !

En wat de Zigeuners betreft, spreekt men van ongeveer 200.000 slachtoffers, waaronder tienduizenden kinderen.

En waarom met zulke speciale gruwelijke opdringerigheid vrouwen en kinderen vermoorden ? Gewoon omwille van ‘t feit dat dat juist een genocide kenmerkt :

de vrouw en het kind vormen de essentie van het voortbestaan van elke menselijke gemeenschap; schakel de voortplanting uit van een groep en je hebt de toekomst van die groep definitief verwoest !

Twintig jaar geleden werd de wereld trouwens opnieuw getuige van een andere genocide, deze van Rwanda. Een miljoen slachtoffers …

Trouwens, Dames en Heren, wat zien wij vandaag, in 2014, in ons geliefde Europa? Extreem-rechtse neonazistische en uiteraard antisemitische partijen die opnieuw  van zich laten horen in landen zoals Hongarije, Griekenland en Oekraïne !  Zou de westerse wereld zoiets opnieuw zich zonder reactie laten ontwikkelen ?

Overal in bezet Europa werden de joden van de rest van de bevolking eerst afgezonderd en gebrandmerkt.

Joodse kinderen werden uit de scholen verdreven.

Eén van de latere Belgische Nobelprijswinnaars chemie, Ilya Prigogine, vertelde mij ooit hoe hij als adolescent uit het verzamelkamp Dossinkazerne in Mechelen bevrijd werd en zo aan de deportatie kon ontsnappen en op clandestiene wijze zijn vorming voortzetten, dankzij moedige professoren.

Beste vrienden, wij, die vandaag het geluk hebben ouders of zelfs grootouders te zijn, weten hoe onschuldig en broos een kind kan zijn. En dus hoe gruwelijk het is om kinderen aan te vallen.

Dit doet mij - a contrario - denken aan Dr. Janusz Korczak, die één van de grondleggers was van de rechten van het kind en als één van de grootste pedagogen van de twintigste eeuw wordt beschouwd. Toen op 5 of 6 augustus 1942 de nazi’s op het punt stonden alle kinderen van zijn weeshuis in het getto van Warschau naar het vernietigingskamp Treblinka te deporteren, besliste hij hen te begeleiden opdat zijn beschermelingen niet in paniek zouden geraken, ondanks het feit dat hij zichzelf in Zwitserland had kunnen redden dankzij internationale druk.

Laten we nu even het geval bekijken van de geredde joodse kinderen, die het geluk hadden om onder te duiken.

Tijdens deze plechtigheid hebben we het voorrecht gehad om naar de aangrijpende getuigenissen te mogen luisteren van Mevrouw Regina Sluszny, van de vereniging “Het ondergedoken kind”, en van Meester Simon Gronowski, die hier vlakbij als jongen uit de trein gesprongen is n.a.v. de aanval op het twintigste konvooi die op 19 april 1943 door de drie dappere helden Jean Franklemon, Yura Livschitz en Robert Maistriau werd uitgevoerd.

Talrijke oud-ondergedoken kinderen getuigen tegenwoordig over deze pijnlijke periode van hun onderduiken: meestal van hun ouders gescheiden, al hun aangeleerde gewoonten moeten verwerpen, hun echte naam en voornaam moeten verzwijgen om er totaal andere aan te nemen, met als doel een maximale kans te hebben om aan verklikking te ontsnappen.

Men weet hoeveel gewone Belgische burgers op deze wijze joodse kinderen hebben kunnen redden. Velen onder hen werden door het Yad va Sjem instituut van de Staat Israël als “Rechtvaardigen” erkend en vereerd.

En als je als joods kind bij mirakel, dankzij het onderduiken, toch aan de dood hebt kunnen ontsnappen, wat was je lot dan na de bevrijding ?

Meestal, was je toch het slachtoffer van het tragische lot van je geloofsgenoten, door het verlies van je papa of je mama of van beiden.

Het gebeurde ook niet zelden dat één van de ouders, of soms beiden,  wel levend terug opdaagden, maar dat het kind hen niet meer herkende en eerder de liefde van de pleegouders verkoos dan deze van amper bekende ouders.

En wat vertelt daarover neuropsychiater Boris Cyrulnik ?

In zijn boek zoekt hij naar de zin van wat hem als kleine jongen overkomen is. Toen hij als zesjarig joods jongetje van zijn bed gelicht werd en in een synagoge opgesloten, wist hij aan de rit naar het vernietigingskamp te ontkomen door hoog in de balken te klimmen. Hij werd over het hoofd gezien. Daarna kende hij verschillende schuilplaatsen. Meer dan een autobiografie, is zijn boek een studie van de vraag hoe je een trauma overleeft en van de werking van het geheugen. Hoe komt het dat sommige perioden in zijn leven helemaal blank en leeg zijn ? Hoe werkt het menselijk geheugen eigenlijk bij traumatische ervaringen ?

Cyrulnik is een specialist in de “veerkracht” van de mens. Hij doceert in de VS en elders en zijn werk is wereldwijd vertaald. Zijn ondervinding heeft hem geleerd hoe een mens een jeugdtrauma overleeft : er moet een liefhebbende menselijke relatie zijn, die je binnen boord houdt. En dat hoeven niet noodzakelijkerwijs je ouders te zijn. En, dit is wel essentieel, je moet over het gebeurde kunnen spreken. Dit houdt uiteraard in dat je toehoorders naar je willen luisteren. En dat ligt echt niet voor de hand ! We bezitten talloze getuigenissen van overlevenden van de Sjoa waaruit blijkt dat men na de bevrijding niet naar hen wilde luisteren en dat men hen ook niet wilde geloven !

Cyrulnik vertelt juist hetzelfde. Zelf zweeg hij veertig jaar.

De kunst, het schrijven b.v., zijn middelen om het trauma te verwerken.

Mijnheer de Burgemeester Michel Baert, Dames en Heren van het Schepencollege van Boortmeerbeek, Geachte tegenwoordige en voormalige leden van de organisatie van deze jaarlijkse plechtigheid in Boortmeerbeek, in naam van de joodse gemeenschap van ons land, wens ik u vandaag nogmaals heel oprecht te danken voor uw betrokkenheid bij de tragische gebeurtenissen die de joodse gemeenschap tijdens de Duitse bezetting van 1940 - 45  heeft moeten ondergaan. Elk jaar heeft het geachte publiek, dat hier aanwezig is, oor voor de dramatische verhalen van de protagonisten van de aanval op het twintigste konvooi ,  en dit dankzij uw toewijding. Door uw edelmoedig jaarlijks initiatief neemt u actief deel aan het verwerken van het trauma van de overlevenden van het twintigste konvooi. En daarvoor onze hartelijke dank.

Ik wens hier ook speciaal de opvolger van Dhr. Marc Michiels, Dhr. Marc Goossens, te danken voor het overnemen van de zware coördinatietaak van de jaarlijkse herdenking die Dhr. Michiels op zulke efficiënte wijze en gedurende zoveel jaren heeft waargenomen en wens u van harte, Mijnheer Goossens, veel succes toe ook voor alle volgende jaren.

Ik dank u.

Michel Laub.