JewishCom.be

Home / Eerste pagina / Herdenking van de aanval op Transport XX - Boortmeerbeek 23 april 2017

Het thema was dit jaar : “Muziek in tijden van oorlog en herinnering”

Muzikale bijdragen van het Crescendokoor, Simon Gronowski en Paul     Ambach (Boogie Boy)

In naam van het Centraal Israëlitisch Consistorie van België (CICB),     hield Michel Laub, secretaris-generaal CICB volgende toespraak :

Mijnheer de Burgemeester, Dames en Heren van het Schepencollege van Boortmeerbeek,

Geachte tegenwoordige en voormalige leden van de organisatie van deze jaarlijkse plechtigheid in Boortmeerbeek,

Geachte voormalige verzetsstrijders, Geachte oud-gedeporteerden,

Geachte voormalige ondergedoken kinderen,

Beste Trouwe Vrienden,

Hier zijn we weer samen op deze Jaarlijkse Herdenking van Transport XX om te gedenken en ons te bezinnen over het tragische gebeuren van …ja het is nu al 74 jaar geleden. En 24 jaar dat we, samen met de gemeentelijke overheid van Boortmeerbeek, onze vastberadenheid uiten om alles in het werk te stellen opdat « Dit nooit meer » zou kunnen gebeuren en dat voortaan slechts de democratie en de vrijheid aan het woord komen.

En hoe komt dat ? Het is het uitsluitende resultaat van hetgeen zich hier, in Boortmeerbeek, 74 jaar geleden heeft afgespeeld, de dappere heldendaad van de drie daders van de aanval op Transport XX, Jean Franklemon, Yura Livschitz en Robert Maistriau, die het voorbeeld hebben gegeven.

Vandaag, wordt de beschaafde wereld, sedert enkele jaren, met een andere vorm van vernielende waanzin geconfronteerd : het terrorisme, of de haat van de Andere.

Noch het ontstaan van het nazisme, noch van het radikaal-islamitisch extremisme, waartoe de uitvoerders van de terroristische aanslagen behoren, is aan het toeval te wijten.

Maar wel aan ideologieën die de meest heilige en hoogstaande menselijke waarde verwerpen : het leven.

Als het leven van elke mens, van elk kind, dus van de toekomst van de mensheid, niet als onschendbaar wordt verklaard, dan mondt dit uit in het honderd lopen van de beschaving, dus van de mensheid, de beschaving en de cultuur.

De organisatoren van deze herdenking hebben dit jaar als thema : « Muziek in tijden van oorlog en herinnering » gekozen.

Een bijzonder veelbetekenend thema.

Muziek is ook een uiterst belangrijke - en erkende - drager van spiritualiteit.

Het volstaat de Bijbel door te nemen om dit te bevestigen.

Eén klein voorbeeld, onder tientallen : in II Koningen, hoofdstuk 3, vers 15, leest men i.v.m. de Goddelijke inspiratie van profeet Elisja :

Welnu, haal een muzikant. En terwijl deze speelde, kwam de hand van God op Elisja (dus kreeg de profeet de inspiratie).

Cultuur, en in het bijzonder muziek, heeft een bijzondere rol gespeeld in talrijke oorlogsomstandigheden in W.O. II .

Ongelooflijk, in Terezin, één van de nazi-kampen in Tsjecho-Slowakije waar de nazi’s een groot aantal Joodse artisten en intellectuelen hadden opeengepakt om propagandistische redenen, heerste wanhoop en tegelijkertijd culturele inspiratie.

Wereldbekende Joodse componisten schreven er, vaak in clandestiniteit, soms in opdracht, erg belangrijke muziek, die dan om propagandistische redenen, of in functie van het humeur van de nazibeulen, werd uitgevoerd. Tussen de bekendste componisten kunnen we o.a. Erwin Schulhoff, Viktor Ullmann, de vader van de kameropera Der Kaiser von Atlantis, Hans Krasa, de vader van de opera voor kinderen, Brundibar, en Pavel Haas citeren.

Daar hun muziek het werk was van Joodse componisten, noemden de nazi’s hun muzikale creaties : « ontaarde muziek »

Sedert jaren is men nu wereldwijd bezig deze muziek te herontdekken, te appreciëren en meer en meer opnieuw uit te voeren.

Men beschikte in Terezin natuurlijk niet over een volledig groot orkest en de leemten werden dan vaak opgevuld door een uitmuntende 23-jarige pianist en componist, Gideon Klein. Eén van zijn briljante trio’s wordt tegenwoordig veel uitgevoerd. Oorspronkelijk was het geen trio maar een kwartet. Maar op het laatste moment voor de uitvoering ervan in Terezin, moest Klein het stuk in trio transformeren, daar één van de 4 uitvoerders ondertussen naar Auschwitz was gedeporteerd.

Hetzelfde lot, dat van deportatie naar Auschwitz, heeft dan Gideon Klein zelf ook getroffen en 3 maanden later, bij het naderen van het Rode Leger, werd hij door SS’ers neergeschoten.

Op 16 oktober 1944 vertrekt trouwens een heel groot transport van Terezin naar Auschwitz en 1 à 2 dagen later worden er Viktor Ullmann, Hans Krasa en Pavel Haas in de gaskamers vermoord.

19 april 1943 is de dag van de aanval op Transport XX en ook van het uitbreken van de opstand van het Getto van Warschau.

Kort na W.O.II, in 1949, werd in Israël, door overlevenden van het Getto van Warschau, één van de allereerste musea in de wereld over de Sjoah opgericht, het museum « Lohamei Ha’getaoth », letterlijk : « De strijders van de getto’s »,

Daar vindt men een omschrijving van het begrip verzet :

Naast gewapend verzet, heeft men niet-gewapend verzet, namelijk :

« Bestaande uit elke actie die de ontmenselijking van de slachtoffers bestrijdt door zelfwaardering te creëren.

De concrete gebaren zijn dus reddingsoperaties op touw zetten en anderen helpen om aan de dood te ontsnappen, een stuk brood geven aan degene die honger heeft, het grootst mogelijke publiek alsook de overheden over de tragische gebeurtenissen informeren, b.v. door de sluikpers, culturele activiteiten organiseren, zoals lessen en schoolactiviteiten voor de kinderen, toneelvoorstellingen op touw zetten, concerten of samen zingen, archiefmateriaal verzamelen, opslaan en verbergen, e.d.

En zo, in het Getto van Warschau, midden de grootste ellende, ziekten en honger, was niet-gewapend verzet, in de verschillende vormen die ik zojuist aanhaalde, steeds aanwezig.

De cultuur dagelijks blijven beleven werd een obsessie van de Joodse slachtoffers van de Getto’s… en vinden we opnieuw de muziek.

Wij moeten niet verwonderd zijn indien de vijand, en over het algemeen het extremisme, in het bijzonder de islamitische versie ervan, de muziek verwerpt en veroordeelt, vooral deze van de cultuur van de slachtoffers, want muziek is een bijzonder efficiënt geneesmiddel om de kop boven water te kunnen houden en de neerslachtigheid tegen te gaan.

Ik kan hier onmogelijk eindigen zonder een ontroerende en welgemeende erkenning te uiten van al diegenen die vandaag, hier, de muzikale traditie, die we zojuist aanhaalden, levendig houden.

In de eerste plaats, het Crescendokoor.

Jullie zijn nu sedert jaren steeds met uw prachtige liederen aanwezig op de jaarlijkse herdenking van Transport XX.

Maar wij allen, regelmatige aanwezigen op deze plechtigheid, wij beseffen hoezeer jullie niet alleen aan de herdenking als dusdanig deelnemen ; jullie nemen ook actief deel aan het creëren van hoop voor de toekomst. Want muziek is bij uitstek de internationale taal van de hoop.

Simon Gronowski, mijn vriend, je hebt je sedert het begin, sedert 1993, ingezet om op de meest aangrijpende wijze te getuigen en te vertellen hoe jij de aanval op het Twintigste konvooi hebt beleefd.

Maar een minder bekend aspect van je rijke persoonlijkheid is je interesse voor jazz. En je stelt je niet tevreden met passief interesse, je vertolkt het ook zelf op de piano. En op deze wijze, blaas je ook steeds nieuw leven in het beleven van de muziek, ook en vooral als positieve boodschap voor een harmonieuze toekomst.

En last but not least, wie in ons land kent Boogie Boy niet ?

Beste vriend Paul Ambach, zonder jouw persoonlijke deelneming aan het muzikale leven van onze contreien, zou België niet in zulke mate op jazz-gebied uitblinken.

Maar jij en je naaste familie, jullie hebben de Sjoa ook op een bijzonder aangrijpende wijze meegemaakt.

En vandaag geef jij hier een stunt van deze dubbele betrokkenheid en maak jij van de muziek niet enkel maar een getuigenis van het tragische gebeuren van het verleden, maar eveneens een wondermooie en aangrijpende troef voor een betere wereld.

Mijnheer de Burgemeester en Dames en Heren van het Schepencollege van Boortmeerbeek, in naam van de joodse gemeenschap van ons land, wens ik u vandaag nogmaals heel oprecht te danken voor uw betrokkenheid bij de tragische gebeurtenissen die de joodse gemeenschap tijdens de Duitse bezetting van 1940 - 45  heeft moeten ondergaan. Elk jaar heeft het geachte publiek, dat hier aanwezig is, oor voor de dramatische verhalen van de protagonisten van de aanval op het twintigste konvooi, en dit dankzij uw toewijding. Door uw edelmoedig jaarlijks initiatief neemt u actief deel aan het verwerken van het trauma van de overlevenden van het twintigste konvooi.

En daarvoor onze hartelijke dank.