JewishCom.be

Home / Niewsberichten / Eerste pagina / Toespraak van Michel Laub, secretaris-generaal Consistorie

BMB 10 april 2022

Thema: Sporen naar herinnering

Geachte Mevrouw de Burgemeester van BMB, Mevrouw Karin Derua,

Geachte heer Michel Baert, voormalige Burgemeester van BMB, tegenwoordige Gemeenteraadslid, en plaatselijke voorzitter van het Nationale Strijdersbond van België, de NSB en coördinator van deze belangrijke plechtigheid,

Geachte heer vertegenwoordiger van de Ambassade van Israël,

Dames en Heren Schepenen en leden van de Gemeenteraad van Boortmeerbeek,

Dames en Heren Oud-Verzetsstrijders, Oud-Gedeporteerden en Ondergedoken kinderen,

Beste Collega’s vooraanstaanden van de Joodse Gemeenschap,

Beste Collega’s van Kazerne Dossin,

Dames en Heren, Beste Vrienden,

Dankzij het dynamisch initiatief van de overheden van Boortmeerbeek, komen wij hier sedert 1993 jaarlijks samen om het uitzonderlijke verhaal van de aanval op het twintigste konvooi van joodse gedeporteerden door de drie dappere jongelui Yura Livschitz, Jean Franklemon en Robert Maistriau te herinneren, die zij op 19 april 1943 hebben uitgevoerd, waardoor 241 joden uit de trein konden ontsnappen en zodoende het leven hebben gered van een niet te verwaarlozen aantal mensen die door de nazi’s tot een afschuwelijke dood waren veroordeeld.

Dankzij Boortmeerbeek, is deze unieke daad wereldberoemd geworden en werd geïntegreerd in uiterst belangrijke musea over de Sjoa, zoals b.v. Yad Vasjem in Jeruzalem en het Holocaust Museum in Washington.

Dames en Heren,

In maart 2020 kwam door de Covid-pandemie het verbod van samenscholing. Maar voor Michel Baert en 2 collega’s van de NSB was dat geen reden om geen bloemen neer te leggen bij het herdenkingsmonument van de aanval op Transport XX. Met hun drieën hebben zij deze traditie per se ook in 2020 willen voortzetten.

Persoonlijk ben ik uiterst gevoelig geweest, Mijnheer Baert en collega’s van de NSB voor uw houding t.o.v. het hoogstaande respect dat u aan de dag heeft gelegd voor de verzetsstrijders en de slachtoffers van de Sjoa. Dankzij u werden ook dat jaar van verbod van samenscholing hulde gebracht zowel aan de joodse slachtoffers van de nazi-beulen als aan de 3 helden die de trein wisten te stoppen om mensenlevens te redden.

Dames en Heren, het is belangrijk u eraan te herinneren dat langs het verzamelkamp van de Dossinkazerne tijdens de bezetting, liep nog de oudste spoorweg van het land, die o.m. Antwerpen met Brussel verbond. Voor de nazi’s die de deportatie uit Dossin organiseerden, was dit natuurlijk uiterst praktisch. Het is uiteraard niet toevallig dat de kazerne Dossin door de bezetter verkozen werd als verzamelplaats voor de deportatie. En daarbij nog bevindt Mechelen zich tussen Antwerpen en Brussel, die de steden waren met de belangrijkste joodse gemeenschappen.

De gedetineerde tekenares en schilderes Irène Spicker Awret kon uit het raam van een slaapzaal zien hoe de mensen in de wagons van de deportatietreinen geduwd werden en maakte er een heel beduidende tekening van, die tegenwoordig nog te zien is zowel op de derde verdieping van de vaste tentoonstelling van het Museum van Kazerne Dossin als in het Memoriaal.

De gedetineerde Eva Fastag, die vorig jaar op 103-jarige leeftijd overleden is in Israël en die in de Dossin-verzamelkamp secretaresse was en de lijsten moest opmaken bij de Aufnahme in Dossin en ook van de mensen die op transpoort moesten, met hun deportatienummers, heeft, samen met historicus Pieter Serrien een boek geschreven, “De laatste getuige”.

Zij vertelt, ik citeer: “Meerdere gedetineerden in Dossin dachten aan ontsnapping, en pogingen werden in die zin ondernomen, maar het is niemand gelukt, behalve gedeporteerden die uit treinen zijn gesprongen. Die werden “flitsers” genoemd. In het begin waren het zeer weinigen, maar dit zou later meer en meer voorkomen. Verder vertelt Fastag dat op 18 april 1943, de dag voor de aanval op konvooi XX, werd het duidelijk dat de volgende dag het twintigste konvooi zou vertrekken. Duitse soldaten waren aangekomen op de binnenplaats. De spanning werd tastbaar. Twee opmerkelijke gebeurtenissen hebben in het begin van die avond plaatsgevonden. Eerst een huwelijk, een verbintenis in extremistussen twee gedetineerden. Dan een concert op de binnenplaats, als een soort bitter vaarwel-ritueel voor de mensen die de volgende dag gedeporteerd zouden worden. Men hoorde dan de stem van de operazanger Dago Meyer, die als jood ook in Dossin was gedetineerd.

Dan begonnen meerdere gedetineerde jongelui “Het Lied van Mechelen” te zingen, namelijk een succes-lied van Ray Ventura met als thema: “Zoals iedereen”. Enkele woorden hiervan: we zien eruit zoals iedereen, met één neus, twee ogen en twee oren, een kloppend hart, een brein, een maag, zoals iedereen…

Ondanks een klein verschil, is een ongeluk ons overkomen…

Het was typisch joodse humor: spotten met zijn eigen ongeluk.

Maar toen andere stemmen het refrein begonnen te zingen, kwam het fluitsignaal en het geroep van de bewakers: naar de gangen!”

Einde citaat.

Dames en Heren, een probleem dat nu sedert enkele jaren gesteld is: wat was de precieze rol van de Nationale Maatschappij van de Belgische Spoorwegen, de NMBS, met betrekking tot de treinen van de deportatie tijdens W.O. II?

Een ernstig historisch onderzoek moet in dat verband nog plaatsvinden.

We hebben wel drie verschillende landstalen, maar tot nu toe zwijgt de Spoorweg daarover in alle talen hoewel zijn aandeel in de deportatie, na het verschijnen van het SOMA-rapport niet langer ontkend kan worden.

(SOMA is de afkorting van: Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij).

Bij wijze van vergelijking: de Nederlandse Spoorwegen hebben hun rol in dat verband wel bestudeerd en erkend, alsook de Duitse en de Franse Spoorwegen. In een onderzoek van 1999, heeft Jochen Guckes trouwens duidelijk aangetoond dat in Frankrijk de medewerking van de SNCF, de Franse Spoorwegen, onontbeerlijk was voor het bewerkstelligen van de Endlösung der Judenfrage.

Marc Michiels, die hier gedurende talrijke jaren coördinator was van deze herdenkingsplechtigheid en het trouwens op een bijzonder schitterende manier heeft waargenomen, verklaarde dat wij in BMB nooit iets hebben opgemerkt van verontschuldigingen namens de NMBS, al hopende dat deze toch nog ooit geformuleerd zouden worden.

En hij voegde daar ook aan toe: “Wij hebben persoonlijk ook verschillende getuigenissen opgetekend van Belgische machinisten die meewerkten aan de deportaties.

Ter informatie: Europalia organiseert op 26 april aanstaande, van 9u00 tot 17u15 een studiedag in het Engels op de locatie van Kazerne Dossin met als onderwerp: Treinen en Holocaust, in samenwerking met de Auschwitz-stichting en Kazerne Dossin.

Beste vrienden,

Vanaf de bevrijding in 1945, toen de wereld de onvoorstelbare barbarij van de nazi-misdaden stilaan ontdekte, ging iedereen akkoord met een universele belofte: “Dat nooit meer”

Maar tegenwoordig is de wereld geconfronteerd met het brekend nieuws over de gebeurtenissen in Oekraïne.

Het is evident dat dit totaal niet te vergelijken is met W.O. II en de Sjoa.

Maar je krijgt er toch een erg bittere smaak van en sommige beelden die ons langs de televisie toekomen brengen ons terug naar tragische indrukken. Amper op 2.250 km hier vandaan schijnen ongelooflijke misdaden plaats te vinden, nu, in 2022 en in Europa.

Om maar een sprekend voorbeeld te geven die de media vorige week in het licht brachten: in een kleine stad van ca 37.000 inwoners, Butsja, zouden honderden gewone burgers een afschuwelijke dood hebben gevonden, na folteringen en schietpartijen tijdens de terugtrekking van Russische troepen.

Men heeft het daar, zeggen de media, over heel erge oorlogsmisdaden, en misdrijven tegen de menselijkheid.

Sommigen hebben zelfs het woord “genocide” laten vallen.

Maar, Dames en Heren, oorlogsmisdaden, misdrijven tegen de menselijkheid, genocide, wat betekent dat eigenlijk precies?

Zijn daar ergens definities van te vinden? Geeft het Internationale Recht daar antwoorden op?

Hetgeen men wel meer en meer te horen krijgt is dat de hele wereld tegenwoordig met aandrang eist dat de Justitie het laatste woord in Oekraïne zou krijgen.

In dat verband moeten onze gedachten teruggaan naar het Proces van Nürnberg die door de geallieerden in 1945-1946 georganiseerd werd om de nazi-vooraanstaanden te berechten.

En het zijn 2 internationaal bekende joodse juristen die bij dat Proces van Nürnberg een bijzondere rol zullen spelen en de begrippen bedenken die we zojuist aanhaalden met de vraag naar hun oorsprong: misdrijven tegen de menselijkheid en genocide. Beide juristen, Hersh Lauterpacht en Raphaël Lemkin, zijn afkomstig uit dezelfde stad, Lviv-tegenwoordig één van de Oekraïense steden die veel in de actualiteit voorkomen-en daar een deel van hun leven hebben doorgebracht en er bij dezelfde professor gestudeerd - ze leefden er zelfs in dezelfde straat - alvorens te emigreren naar respectievelijk Groot-Brittannië en de Verenigde Staten.

In Lviv, ooit Lwow genoemd, toen de stad tot Polen behoorde of Lemberg toen de stad deel uitmaakte van het Habsburgse Rijk en nadien van nazi-Duitsland, leefden bij het uitbreken van W.O.II, naar schatting 100.000 joden, een kwart van de Lvivse bevolking. Vandaag, amper 1.500!

Hersh Lauterpacht was iemand die veel nadacht over de vraag hoe de rechten van het individu het beste beschermd konden worden. Maar het zijn de nazimisdaden tijdens W.O.II die deze vraag extra prangend zouden maken. Als de geallieerden het Proces van Nürnberg voorbereiden, is hij aan boord van het Britse team juristen. Hij heeft grote invloed op het ontwerp van het Handvest (”charte”) van het tribunaal en weet zelfs zijn idee van “misdrijven tegen de menselijkheid” in de aanklacht te loodsen.

Raphaël Lemkin verliet Europa in 1941 met een koffer vol decreten, wetten van verordeningen, uitgevaardigd door de nazi’s. In deze wirwar van documenten ontdekte Lemkin een patroon. In hun samenhang lieten ze zien dat de nazi’s de vernietiging van de joden nastreefden - iets wat toen nog niet evident was. Om dit te beschrijven bedacht hij de term “genocide“, misdaden gericht tegen personen “als lid van een bevolkingsgroep”. Net als Lauterpacht, probeerde Lemkin zijn idee op de agenda van het Nürnbergtribunaal te krijgen, maar op dat moment waren de mentaliteiten daar nog niet rijp genoeg voor. Het idee zou nog een tijdje lang moeten wachten tot de algemene erkenning van dat juridisch begrip.

Lemkins concept “genocide” wordt vaak in één adem genoemd met “misdrijven tegen de menselijkheid“, maar er is een belangrijk verschil. Lauterpachts idee richt zich op de schendingen van de rechten van het individu, terwijl Lemkins genocide over vervolgingen gaat van leden van een bepaalde groep. Kort samengevat zijn genocides wel misdrijven tegen de menselijkheid, maar het omgekeerde is niet altijd waar, omdat bij genocide de intentie moet bestaan een groep te willen uitroeien.

Dames en Heren, u begrijpt natuurlijk waarom de Sjoa dan een genocide is, gepleegd door de nazi’s op het joodse volk, en waarom de nazi’s dan niet alleen de mannen wilden uitroeien, maar ook - en zelfs vooral - de vrouwen en de kinderen. En u herinnert zich zeker dat anderhalf miljoen joodse kinderen door de nazi’s werden uitgeroeid.

In Nürnberg kruist het pad van de 2 juristen zich met dat van een derde jurist. Deze jurist, genaamd Hans Frank, zit echter in de beklaagdenbank. De Duitser Hans Frank was voor de oorlog advocaat van Adolf Hitler en hielp in 1935 bij het voorbereiden van de Nürnbergse Rassenwetten.

Van 1939 tot 1945 bestuurde Hans Frank het Generaal-Gouvernement, het bezette deel van Polen, waar Galicië, en dus ook de stad Lemberg (of Lwow of Lviv) onder vielen. Mijn grootouders zijn ook uit Galicië afkomstig. En wat mijn familie betreft, hebben mijn ouders mij steeds verteld dat 80 van haar leden, voornamelijk uit Antwerpen, door de nazi’s vermoord zijn. Voor het laatste deel van zijn loopbaan stond Hans Frank in het Nürnbergse proces terecht, omdat onder zijn verantwoordelijkheid miljoenen mensen in vernietigingskampen gedood waren. En onder hen waren ook veel familieleden van Lemkin en Lauterpacht. Tijdens het Nürnbergse proces verkeerden trouwens Lemkin en Lauterpacht nog in onzekerheid over het lot van hun eigen families!

Kort na het Nürnbergse proces werd dus ook het begrip genocide in het Internationaal Recht opgenomen.

Het spreekt vanzelf dat om over elk van deze misdrijven, oorlogsmisdadenmisdrijven tegen de menselijkheid of genocide een klacht te kunnen indienen, die misdrijven eerst voorafgegaan moeten worden door een onbetwistbaar onderzoek en volgens de regels van het Internationale Recht.

Wie meer wil weten over Lauterpacht en Lemkin kan het boek “Galicische Wetten” van Philippe Sands lezen, wiens familie eveneens van Lviv afkomstig is.

Dank u.